Schoonvader
Afgelopen weekend overleed mijn schoonvader, Klaas. In een verpleeghuis, de plek waar hij nooit wilde eindigen. Op heldere en kwetsbare momenten kon hij wel verwoorden waarom hij daar zat: hij was de weg kwijt, in zijn hoofd.

foto: Renske Moes

Autorijden was belangrijk voor hem. Hij reed ontzettend goed en veel, en was trots op zijn meer-dan-een-miljoen kilometers op de teller. Altijd als we aankwamen, vroeg hij hoe het op de weg was. En hij nam steevast afscheid met: ‘Hou hem tussen de lijntjes!’.

Hij stond voor ons klaar als er verhuisd, geklust of gereden moest worden. Met zijn kleinkinderen was hij fysiek en hartelijk. Lieve opa van mijn kleine peutertje bij de geitjes op de kinderboerderij.

Na de dood van mijn schoonmoeder, zes jaar geleden, moest, en wílde hij alleen wonen in hun vrijstaande huisje. Hij leerde wassen met de wasmachine en zorgde zelf voor roze roosjes op tafel en abrikozenvlaai bij de koffie, ‘lekker fris.’ Hij bleef maatschappelijk betrokken en vrijwilliger bij de Voedselbank, waarvoor hij iedere vrijdagochtend vroeg broden ophaalde bij de bakkers in de omgeving.

Ik ging met hem mee, naar zijn laatste rijtest. Hij wist van tevoren niet meer wat we gingen doen, en ook toen we op het punt van vertrek stonden, begreep hij het niet helemaal. Ik was stikzenuwachtig: wat als hij zakte? Maar die miljoen kilometers deden hun werk, en de examinator vond dat het ‘heel goed’ ging. Van enthousiasme sloeg ik hem op zijn kromme ruggetje; hij wankelde ervan. De hele terugweg floot hij deuntjes tussen zijn tanden.

Ik mocht me tegen zijn huishouden aan bemoeien, ruitjesoverhemden voor hem kopen, en hij vond het fijn als ik in de keuken stond om een sudderlapje voor hem op te warmen. Dan riep hij uit de kamer: ‘Gaat het, meiske?’ en dan wist ik dat hij het fijn vond. ‘Meiske’ was voor de mooie momenten.

Het laatste jaar bracht hij door in het verpleeghuis. Op zijn goede momenten maakte hij nog contact. Hij genoot nog van iets lekkers bij de koffie, en we keken samen uit het raam. En ineens ging het snel. Op dinsdag werd hij ziek, het leek een gewone blaasontsteking. Op donderdag moesten we maar komen dag zeggen, en uiteindelijk overleed hij op zaterdag, heel rustig. We verzorgden hem samen, legden hem in de kist, deden hem uitgeleide uit het verpleeghuis en tilden hem in de auto. Alle zorg en liefde die we in ons hadden, konden we kwijt in die laatste dagen, waarin we soms nog heel even contact hadden en elkaar nabij waren. Waarin hij onze handen zocht en vasthield.

Verdrietig genoeg bracht dat laatste ook afstand: hij bleek toch positief getest. We hebben hem in besloten kring begraven, en herdenken deze lieve, eigenzinnige man later, geheel in zijn stijl, met zoveel mogelijk mensen.

Dag Schoonvadertje! Hou hem tussen de lijntjes!